Ik had op 16 maart het genoegen deel te nemen aan de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering van de Cercle Néerlandais, ten huize van ons aller gastvrouw Carla Geus in Lille. Er waren zo’n twintig leden aanwezig. Eerst behandelden we in de vergadering het rijtje statutaire onderwerpen: jaarrekening, kwijting van het bestuur (met bijzonder applaus voor aftredend penningmeester Eppo), activiteiten in het afgelopen jaar 2016, plannen en begroting voor het komende jaar 2017 en, last but not least, wat verder ter tafel kwam, namelijk de traditionele erwtensoep met rookworst, roggebrood en katenspek, met zorg toebereid door Hetty.
Waarom erwtensoep zo’n typisch ‘Hollands’ gerecht is geworden heb ik niet kunnen achterhalen. Wellicht kan de Belgische kok Jeroen Meus daar meer over vertellen. Erwtensoep wordt gemaakt van spliterwten (pois cassés). Het spul heet in de omgangstaal ook wel ‘snert’, maar deze term heeft soms een ongunstige gevoelswaarde. ‘Snert’ is namelijk van oorsprong soldatentaal voor minderwaardige erwtensoep. Voor katenspek heb ik moeten spieken bij Wikipedia. Het is gekookt en daarna gerookt doorregen spek uit de buikstreek van een varken. De naam katenspek verwijst volgens Wikipedia naar de katen waarin het spek te drogen werd gehangen. Dit gebeurde met name in Duitsland. Het Duitse 'Kate' is de eenvoudige woning (hut, schuurtje, stulp) van een dagloner. Vergelijk ook met de Nederlandse woorden 'keet' (bouwkeet) en 'keute' (als in keuterboer). Dagloners konden zich de luxe van vers vlees zelden veroorloven. In hun stulp hing gerookt spek. Philippe Delanne
0 Commentaires
|
|